2013-10-01
Afgelopen jaar heeft Linda Kaper, student bij de lerarenopleiding Utrecht, een onderzoek in opdracht van Platform Wiskunde Nederland uitgevoerd waarin de aantallen uren besteed aan wiskunde-onderwijs in buurlanden met elkaar vergeleken wordt. Het betreft onderwijs op het niveau bovenbouw VWO in Nederland, Vlaanderen en Nord-Rhein Westfalen.
De belangrijkste conclusie is dat voor de leerlingen die zich voorbereiden op een beta- opleiding de uren-aantallen het meest uiteenlopen, Vlaanderen aan kop, Nord-Rhein Westfalen als tweede en Nederland (met alleen Wiskunde B) als derde (zie tabel 15, 16). Daar staat tegenover dat een Nederlandse leerling met Wiskunde B én D weer boven Vlaanderen uitsteekt. Echter, 1% van de leerlingen volgt dit traject tegenover 15% in Vlaanderen. Van de Nederlandse leerlingen volgt 9% een traject met alleen Wiskunde B. Het percentage in NRW is 13%.
Conclusie: In de top van het VO in Vlaanderen en NRW krijgt een veel bredere laag van de leerlingen veel meer wiskunde-onderwijs dan in Nederland.
Lees hier het volledige onderzoeksrapport van Linda Kaper.